
Enerzijds kijk ik altijd uit naar kerst. Anderzijds roept het ook wel vragen op, want was het altijd zo gezellig?
Het is een periode waarin thuis minstens een week lang werd gekookt. Mam kookt Indonesisch met de verjaardagen, pap Europees met de feestdagen. En ik mis het. De hemelse modder. De port. Kaasplank. Fazant. Purée. Kaartspellen. Kolonisten van Catan, tot in de late uren.
En de cadeaus die wij als kind kregen. Trainingspakken (ja we zijn allemaal uit de jaren 80/90), Dino-chips van de Edah, en vooral: LEGO. Toen we nog een krantenwijk hadden, was kerst de periode van s’ochtends thuiskomen en kerstfilms kijken op BBC totdat de rest wakker werd.
Ik kijk nostalgisch terug op de kerstperiodes ook al weet ik dat ze niet allemaal zo mooi waren. Ik kan mij herinneren dat de kok al het eten door de plee spoelde tijdens een kerst. Hoe ouder ik werd, hoe stressvoller het ook werd. “Het moet gezellig zijn”, “welke dagen komt wie bij wie”? Etc. Het was de periode waarin ik een masker droeg om mijn of andermans spanning te verbergen, totdat ik het niet meer kon.
Ik kon en wilde geen gezicht meer ophouden.
Nu ben ik enkele jaren verder, na therapie, spirituele verdieping en mijn 4e kerst achtereen weg van huis. Dit is trouwens minstens mijn 6e kerst die ik niet met familie vier. En andere keren was ik zelf aan het werk in de horeca. Het maakt mij nostalgisch naar de mooie momenten die ik ooit met mijn eigen familie hoop te vieren.
Tegelijkertijd ben ik ook praktischer geworden. Want wie wil nu in godsnaam fazant en puree eten wanneer het 40 graden is en je gezelschap bestaat uit een mengeling van nationaliteiten en culturen? Wie dit jaar bij mij op bezoek komt, kan een zak koekjes krijgen en ijsthee. Tabee.
Jij mag altijd onder mijn kerstboom komen liggen <3